woensdag 30 november 2022

2022-11 Frankrijk – Spanje.


Dinsdag 1 november.
 
Vandaag blijven we bij Saint-Nicolas-de-Bliquetuit aan de Seine staan, helaas heeft het dorpje geen bakker, dus bakken we maar weer zelf een broodje.

Dit wordt een zon gerezen broodje.


Het is een heerlijk rustig plekje aan het eind van een doodlopende weg, dus geen verkeerslawaai maar wel zo af en toe van de boten die langs varen, maar niet storend.

Saint-Nicolas-de-Bliquetuit  (49.52100,0.72730)



De volgende dag fietsen we een blokje om in de omgeving van Saint-Nicolas-de-Bliquetuit over rustige smalle weggetjes en verassen ons over de mooie kleine buurtschapjes met prachtige vakwerkhuisje.
Dit type huisjes zie veel in Bretagne en zuidelijk Normandië.





Donderdag 3 november.
 
We rijden vanmorgen rustig verder naar Pont-Audemer over een leuk binnendoor weggetje langs de Seine, in Pont-Audemer slaan we een voorraadje boodschappen in en rijden vervolgens over rustige D-wegen naar Lisieux.
Net als andere jaren vermijden we zoveel mogelijk de N-wegen, ofwel de drukke Route Nationale.
Vanaf Lisieux gaan we op de Michelinkaart over witte wegen naar het dorpje Le Billot, naast het cafeetje hebben ze hier ook nog eens een leuke camperplaats met prachtig uitzicht over het landschap.
Hier instaleren we ons voor een paar dagen, met een leuk wandel gebied naast de deur houden we het hier wel even vol.

Le Billot  (48.96962,0.07224)



De volgende dag maken we dan ook een mooie lange wandeling en genieten van de mooie herfst kleuren.






Maandag 7 november.
 
Na het lozen van het afvalwater en tappen van vers water rijden we verder richting het zuiden, via Falaise en La Ferté Macé komen we in het stadje Carrouges.
In Carrouges leid de route ons een weggetje in waarvan wij denken, dat is niet goed zo smal, na een rondje dolen door het stadje blijkt dit toch de enige juiste weg voor ons.
Het smalle paadje gaat buiten het stadje gewoon weer over in een tweebaansweg, wel loopt de weg met een hellingspercentage van 12 procent naar beneden op een mooi kasteel af.


Bij het Château de Carrouges parkeren we de camper voor de lunch en het bewonderen van het kasteel met wel een heel leuke toegangspoort.




Nadien rijden we verder naar het dorpje Deux-Évailles en gaan daar overnachten op de camperplaats net buiten het dorp aan een meertje.
Door de vele regen ziet het grasveld er behoorlijk modderig uit, dus gaan we voor het veld op de verharde plaats staan.

Deux-Évailles  (48.20213,-0.52084)



Vanuit Deux-Évailles pakken we de fiets voor een leuk tochtje naar het stadje Évron, onderweg zien wel een heel mooi kleurige koe in het weiland liggen, had ze nog niet eerder zo gezien.



Vrijdag 11 november.
 
Vanmorgen niet al te vroeg vertrokken voor een ritje van 130 kilometer, maar op 60 kilometer blijven we vandaag steken.
Alles zit vandaag niet echt mee, het begint al bij het LPG tanken, 11 november schijnt hier een feestdag te zijn en is de pomp in Château-Gontier-sur-Mayenne bij een garage gesloten, en de tweede LPG pomp bij de supermarkt doet het niet door storing.
Dan willen we de was doen bij een supermarkt waar de wasmachine van stuk is, een vriendelijke Fransmans verwijst ons naar een andere machine in de stad.
Tja en daar is het druk omdat iedereen nu hier de was doet en wachten we bijna een uur voordat de droger vrij is.
We hadden eerder in de stad bij de rivier La Mayenne campers zien staan, dus besluiten we om 15:00 uur wanneer de was is uitgedraaid die parkeerplaats maar op te zoeken.
Kunnen we morgen LPG tanken en de rest van de route afrijden en lopen we hier nog even door de stad later in de middag.

Château-Gontier-sur-Mayenne  (47.82473,-0.70138)





Zaterdag 12 november.
 
S ’ochtends ontwaakt Château-Gontier-sur-Mayenne in een mooie nevel over de stad wanneer wij vertrekken.


De LPG-pomp bij de supermarkt heeft nog steeds storing, dus rijden we onze route van gisteren verder af, we komen langs de plaats Segré waar ook een pomp is en waar we gelukkig wel kunnen tanken.
Van Segré rijden we verder richting Angers waar we met een boog omheen rijden naar het iets zuidelijker gelegen dorpje Chanzeaux.
Daar gaan we naar een camperplaats aan een vijver net buiten het dorp en blijven hier weer een paar dagen, de zon schijnt lekker en de temperatuur loopt op tot tegen de 20 graden.

Chanzeaux  (47.25529,-0.63807)


Er zijn hier weer veel mogelijkheden om te wandelen waar wij natuurlijk weer dankbaar gebruik van maken door een route te lopen langs het mooie kasteel Chanzeaux bij het dorp, helaas privébezit en niet toegankelijk voor het publiek.






Maandag 14 november.
 
Mooi op tijd wakker, dus op tijd vertrekken voor een ritje van precies 100 kilometer, helaas geeft het watertappunt op de camperplaats traagwater en wordt het toch nog iets later.
Op het moment van vertrek is het wat minder mooi weer en onderweg nog wat regen, eenmaal aangekomen in onze volgende camperplaats breek het zonnetje er af en toe door.
We belanden op een leuke camperplaats aan de rand van het dorpje Foussais-Payré met mooi zicht op de beeldentuin met beelden van hout.

Foussais-Payré  (46.52985,-0.68228)








De volgende dag is een regendag en komen we nauwelijks buiten en tegen de avond lopen we samen nog een rondje en houden het ook niet droog, echter de volgende morgen is het wat beter met het weer gesteld en zien we zo af en toe de zon.
S’middags als we willen fietsen komt het weer met bakken uit de lucht, dus blijven onze fietsen mooi droog in de garage van de camper

Donderdag 17 november.

 We schuiven weer een 100 kilometer op naar het zuiden, rijden over alleen maar D-wegen naar Rochefort waar we boodschappen doen.
Na Rochefort rijden we verder naar Marennes, net buiten Rochefort bij de brug over de rivier La Charente laten we even onze camper op de foto zetten, 6 km. te snel gereden.
Net ten zuiden van Marennes is een rustige parkeerplaats waar we een paar nachten zullen blijven.
Hier zitten we in een gebied wat bekend staat om zijn goede kwaliteit oesters, de oesters worden geteeld in oesterparken in zee en daarna verfijnd in waterbassins, de zogeheten claires.

Marennes  (45.81286,-1.11331)






Een iglo van oesters.






We gaan op vakantie en wat nemen we mee? De geit.


Vanuit Marennes fietsen we een dag later naar het vestingdorpje Brouage, een leuk dorp wat op de kaart (Les plus Beaux Villages de France) staat van de meest mooiste dorpjes in Frankrijk.
We wandelen hier over de vestingmuur, wat eigenlijk ook het enige mooie is van het dorp, het dorp zelf met allemaal recht uit recht aan straatje is een beetje saai.
Wel leuk om te weten dat dit vesting dorp in1555 vroeger aan zee is gevestigd, maar door de verzanding steeds verder landinwaarts is komen te liggen, door de klimaatverandering lig het misschien over 100 jaar wel weer aan de kust.












Ook maken we weer een dag later een fietstochtje naar Bourcefranc-le-Chapus, voor dit dorp lig het Fort Louvois en de brug naar her eiland Île d'Oléron.



Met de telelens op de camera spotten we ook het bekende Fort Boyard voor de kust van Île d'Oléron, wel bekend van het TV-programma Fort Boyard met die twee dwergmensen.






Maandag 21 november.
 
Het wordt de komende dagen wat minder met het weer en er wordt veel neerslag voorspelt, dus rijdagen voor ons.
Na het ontbijt vetrokken richting het zuiden, eerst nog een stuk door het duingebied gereden met veel bossen ten zuiden van Marennes, nadien door naar Royan en hier met de pont over de La Gironde gevaren.






Bij Le Verdon-sur-Mer zetten we weer voet aan wal na een onstuimig tochtje en rijden verder zuidwaarts door het gebied Les Landes aan de Atlantische kust met heel veel bos, voor ons een beetje het Zweden gevoel alleen veel vlakker.
Bij Taussat zoeken we de gratis camperplaats op aan de baai d'Arcachon, in het zomerseizoen moet men hier betalen.

Taussat  (44.71719,-1.06986)


Dinsdag 22 november.
 
Zoals voorspelt worden we met regen wakker, snel Zep even een rondje uitlaten, ontbijten en rijden maar weer.
Vanaf Taussat blijven we naar het zuiden rijden door het bosgebied Les Landes, via Mimizan volgen bijna de hele rit de weg D652 naar Bayonne.



In Bayonne gaan we over op de D810 langs Saint-Jean-de-Luz naar de Spaanse grens.
Bij het dorpje Biriatou gaan we naar een parkeerplaatsje pal aan de grensrivier met Spanje voor overnachting, in 2019 hadden we ook al gebruik gemaakt van deze parkeerplaats.
We besluiten om morgen toch meer snelwegen te nemen om wat sneller verder weg te komen van de kou en regen en richting Portugal te rijden.

Biriatou

Woensdag 23 november.
 
We zijn mooi op tijd wakker, dus rijden we rond 9:30 uur de Spaanse grens over voor een ritje van bijna 500 kilometer.
Eerst gaat de rit over een de nationale weg D121A naar Pamplona en bij Pamplona gaan we de snelweg op, via de steden Logrono, Burgos, Valladolid en Tordesillas rijden we naar het oude stadje Toro.
Als we Pamplona achter ons hebben gelaten gaat ook de zon schijnen en blijft het de rest van de dag gelukkig droog, dat is iets wat we graag willen de komende winter, hoewel de bevolking van Spanje en Portugal graag regen heeft omdat het land te droog is en de stuwmeren veel te weinig water bevatten.


Aan de rand van Toro heeft de gemeente redelijk recent een mooie camperplaats aan gelegd met prachtig uitzicht over het land met gratis water en lozen van afvalwater waar we dankbaar een paar dagen gebruik van gaan maken.

Toro  (41.51882,-5.38880)


De volgende dag regent het helaas weer en s’middags is het weer droog als we door het leuke stadje wandelen.










Gelukkig is het een dag later weer mooi zonnig weer en wandel ik in de ochtendzon naar de mooie brug over de rivier de Duero en geniet van de mooie herfst kleuren.





En s’avonds tijden de avondmaaltijd genieten we van de mooie zonsondergang.


Zondag 27 november.
 
Als we vanmorgen vetrekken vanuit Toro is het wat mistig, maar onderweg lost de mist mooi op en gaat de zon schijnen.
Voorbij de stad Zamora duiken we het binnenland in richting de Portugese grens, het begint hier lekker rustig te worden op de wegen, we hebben dit nu al een paar keer vaker mee gemaakt dat het gebied tegen de Portugese grens zeer rustig is.


Onderweg passeren we het stuwmeer Embalse de Almendra waar het water zeer laag staat, op het infobord zien we op de foto dat er ook andere tijden zijn geweest dat het meer vol stond.




Hierna rijden we het natuurpark Arribes del Duero in, dit park is gelegen tegen de rivier de Duero die hier precies op de grens lig van Portugal en Spanje ongeveer 100 kilometer lang.
De Duero ontspringt op 2200 meter hoogte in de Sierra de la Demanda in Spanje en eindigd na 897 kilometer in Portugal bij de stad Porto in de Atlantische Oceaan.




Wij rijden door naar het dorpje Aldeadávila de la Ribera en gaan naar de camperplaats aan de rand van het dorp voor een paar overnachtingen.

Aldeadávila de la Ribera  (41.21998,-6.61355)


Vanaf de camperplaats is het leuk wandelen naar de rivier de Duero, wat we de volgende dag gaan doen.
Er zijn diverse routes uit gezet en wij nemen de rode van 9 kilometer, vanaf de camperplaats was deze route 8 kilometer, het stukje door het dorp hebben wij afgesneden.















We zitten hier in een gebied met veel olijvenbomen en de oogst daarvan is in volle gang, s’ morgens tuffen de boertjes met hun tracktors groot een klein het dorp uit naar de landerijen om te oogsten en s’ avonds staan ze gezellig in de rij bij de olijfoliefabriek van het dorp.




Spanje en Portugal hebben tijdsverschil van een uur en wij zitten hier tegen de grens aan, grappig detail is dat mijn mobieltje al een paar dagen regelmatig wisselt van tijd en ook krijgen we telkens melding van de provider dat we dan weer in Portugal zitten en dan weer in Spanje zitten.