maandag 1 april 2019

2019-03 Portugal - Spanje


Maandag 4 maart.

Vandaag Carrapateira verlaten na eerst nog een waarschuwing van oom agent hebben ontvangen dat we geen opstapje en keggen onder de wielen voor het waterpas zetten van de camper mogen gebruiken.


Over de N120 rijden we richting Odemira en gaan dan weer richting de kust naar Almograve waar we willen overnachten, helaas staan hier verbodsborden voor campers, dus rijden we verder noordwaarts.


Bij het dorpje Brunheiras slaan we af en rijden naar Porto Côvo waar een camperplaats is, Blijkt deze te zijn opgeheven i.v.m. een nieuwbouwwijk.
Na enig zoeken vinden we op een oud voetbalveld de nieuwe camperplaats, grappig detail is dat alles nog aanwezig is zoals toilet en kleedruimte, tribune, de doelen, verlichting en de dug-outs.
Dus ik kan mooi vanuit de dug-out campers kijken.
Later die middag maken we een wandeling door het leuke dorpje en langs de mooie rotsachtige kust.






Dinsdag 5 maart.

Na de verzorging van de camper rijden over een mooie binnendoor weg naar Santiago do Cacém, van hier rijden we naar Alcácer do Sal waar vlakbij het stuwmeer Pego do Altar lig.





Hier blijven we weer een aantal dagen staan en onze Belgische buurman had ons al eens eerder elders gezien, mijn oude bergschoen als trekhaakkogel bescherming wordt weer herkent.



Het is wel grappig dat je continu camperaars steeds weer ontmoet, zo ook de volgende dag arriveert hier de Sudoku-man.
Deze Engelsman hadden wij in zuid-oost Spanje ontmoet, hij zag daar dat ik een Sudoku aan het maken was en hij had nog wel een leuke voor mij.
Via zijn Nederlandse schoonmoeder uit Nunspeet kreeg hij deze toegestuurd die in de Volkskrant staan, gelijk kreeg ik weer een nieuwe van hem om te maken.


Zaterdags fietsen we naar Alcácer do Sal aan de rivier Riba de Odivelas om wat boodschappen op te halen en het dorp verkennen, aan de ene zijde van de weg zien we onderweg rijstvelden en aan de andere zijde kurkbomen.

                                                                                                                                                                                                                                                                               



  







   
   
De vele ooievaars nesten vallen hier ook meteen op, we zien er zelfs één met een boven etage.



Het dorp is oud met mooie smalle en soms steile straatjes, veel huisjes zijn hier nog niet gerestaureerd.






Woensdag 13 maart.

Na een week houden we het voor gezien aan het stuwmeer en rijden naar de ommuurde stad Évora, aan de rand van de stad parkeren en overnachten we bij het 16de-eeuwse aquaduct.



9 kilometer van dit oude aquaduct is bewaard gebleven en in de stad heeft men zelfs woningen onder de poorten gebouwd.


We wandelen langs de oude romeinse tempel en naar de kathedraal Sé met twee ongelijke torens, de bouw hiervan heeft 50 jaar geduurd.





Het is een warme dag vandaag en bij de fontein Praça do Giraldo verwennen we onszelf met een lekker schepijsje.




Donderdag 14 maart.

Vandaag rijden we verder via de N18 en N4 naar Elvas, 12 kilometer verwijderd van de Spaanse grens.
Deze N-wegen liggen grotendeels naast een door de EU gesubsidieerde snelweg A6 waar tol wordt geheven, helaas wordt hier bijna geen gebruik van gemaakt en dus lijkt deze snelweg totaal overbodig.
De naast gelegen N-wegen zijn prima te berijden, totaal niet druk, niet vol met rotondes, weinig dorpen die worden doorkruist, de vrachtwagens rijden ook allemaal op deze mooie brede wegen.
Bij Elvas aangekomen parkeren en overnachten we wederom bij een 16de-eeuws aquaduct.


Dit mooie aquaduct haalt het water van een 8 kilometer verder gelegen bron bij Amoreira, de bouw heeft 124 jaar geduurd en was in 1622 klaar, het telt 843 bogen verdeeld over 5 niveaus en bereikt hoogten van 30 meter.





Het voed nu nog steeds de fontein op Largo da Miserićordia.
Elvas is ook weer een vestingstad en via een mooie poort lopen wij de stad in die door Unesco tot werelderfgoed is uitgeroepen, de vestingwerken behoren tot de best bewaarde van Europa.









Op het plein Largo do Dr Santa Clara staat nog een oude schandpaal met haken in manuelstijl.



S’avonds genieten we van het mooi verlichte aquaduct.




Vrijdag 15 maart.

Via de A6 verlaten we vanmorgen Portugal en zeggen tot ziens in het najaar, we rijden dan de route andersom en willen dan ook meer van noord Portugal zien.
Bij Badaroz rijden we de EX100 op naar Cáceres, waar we de snelweg A66 nemen richting Salamanca, vandaag is het de vierde dag van onze trip met 285 kilometer dat we boven de 250 kilometer komen.
Van de 45 rijdagen lig het gemiddelde nu op 110 per rij dag, dus lekker ontspannen.
35 kilometer voor Salamanca verlaten we de snelweg en rijden naar het stuwmeer Embalse de Sta. Teresa, waar aan de noordzijde een parkeerplaats is waar je mag overnachten, hier blijven we een paar dagen staan.



De dagen hier vullen we zoals gewoonlijk met wandelen en genieten van de zon en natuurlijk het mooie uitzicht op de besneeuwde bergtoppen van Sierra de Ávila, verder valt hier niets te beleven.



Hier zien we ook weer dat het stuwmeer vrij laag staat, net als de vorige stuwmeren die we bezocht hebben.
Een overwinteraar die al 30 jaar overwinteren erop heeft zitten vertelt ons dat dit zijn 6de jaar is, dat het zo uitzonderlijk mooi weer is.
Met andere woorden, wij treffen het super in ons eerste overwintering’s jaar.
De Spanjaarden en Portugezen klagen ook dat het te droog is, wij dus niet.




Dinsdag 19 maart.

We vervolgen onze weg via de snelweg naar Salamanca waar we de voorraadkast aanvullen, hierna gaan we de rustige binnendoor weg  SA605 op naar Fuentesaúco.
Op deze hoogvlakte van 800 meter hoog lijkt het in onze ogen wel een beetje op Denemarken, mooi glooiend groen landschap, een beetje on-Spaans.



We rijden naar Venialbo waar een camperplaats is aan de rand van het rustige dorp, het is de bedoeling dat we hier wat langer blijven staan.



Het oude wijn en pottenbakkers dorp is in ruste, het enige wat hier van terug te vinden is, zijn de wijnkelders gelegen tegen de heuvel in de grond en dat er wijn in de plaatselijke supermarkt te koop is uit het dorp.
Van de weinige wijnranken hier zou men het laatste zo niet denken.







De ooievaars op de kerktoren klepperen er dagelijks lekker op los en de kerstversiering hangt alweer mooi vroeg aan de gevel.







We kunnen hier heerlijk wandelen door de omgeving.





Dinsdag 26 maart.

Via Toro rijden we de snelweg op naar Valladolid, boodschappen in slaan en vandaar richting Soria.

Toro






Bij El Burgo de Osma gaan linksaf naar Cañón del Rio Lobos, deze kloof gaan we de volgende dag bezoeken.



S’avonds lopen we nog wel even naar de Hermitage San Bartolomé, een Romaanse kapel die begin 13e eeuw door de Tempeliers is gebouwd.




De kloof lig op bijna 1000 meter hoogte, dus de nacht was hier lekker fris met -2 en natuurlijk super rustig, we waren de enige die hier hebben overnacht.
De volgende dag lopen we langs de kapel de kloof verder in, de kapel wordt momenteel gerestaureerd.



Direct achter de kapel ligt een vleermuizen grot, heb ze niet gezien omdat het behoorlijk duister was daar binnen.



De 200 meter hoge wanden van de kloof zijn erg mooi, we komen langs een inkeping hoog in de rotsen genaamd Colmenar de los Frailes waar vroeger Monniken oude bijenkorven hadden staan.








Je vind hier ook veel vogels, waaronder ook veel gieren die hier hun nesten hebben, wij zien zelfs een hele groep bij elkaar hoog op de rotsen.







Woensdag 27 maart.

Na het bezoek aan de kloof rijden we terug naar El Burgo de Osma en parkeren daar tegenover de kathedraal op een bus parkeerplaats voor overnachting.



Nadien doen we even een rondje door het dorp en lopen de prachtige gotische kathedraal binnen.






Donderdag 28 maart.

We vervolgen onze weg naar Soria, hier vullen we de LPG flessen en onze Dieseltank bij een grote E.Leclerc en rijden daarna door richting Tarazona.
Ruim 20 kilometer voor Tarazona slaan we af naar Ágreda, hier blijven we een paar nachten op de mooie camperplaats aan de rand van het dorp.
Het gras op de camperplaats wordt hier regelmatig gemaaid.



Het dorp, wat zeker een bezoek waard is, lopen we de volgende dag door.





Het treinstation achter de camperplaats is al een tijdje niet meer in gebruik en tussen de rails is te zien dat de laatste trein al héél lang geleden is gepasseerd.




We sluiten de maand maart hier af met een wat mindere dag sinds 4 weken zon, tegen de avond gaat het zelfs regenen tot grote opluchting van de Spanjaarden.