Maandag 4 maart.
Vandaag
Carrapateira
verlaten na eerst nog een waarschuwing van oom agent hebben ontvangen dat we
geen opstapje en keggen onder de wielen voor het waterpas zetten van de camper
mogen gebruiken.
Over de
N120 rijden we richting Odemira en gaan dan weer richting de kust naar
Almograve waar we willen overnachten, helaas staan hier verbodsborden voor
campers, dus rijden we verder noordwaarts.
Bij het
dorpje Brunheiras slaan we af en rijden naar Porto Côvo waar een camperplaats is, Blijkt deze te zijn
opgeheven i.v.m. een nieuwbouwwijk.
Na enig
zoeken vinden we op een oud voetbalveld de nieuwe camperplaats, grappig detail
is dat alles nog aanwezig is zoals toilet en kleedruimte, tribune, de doelen, verlichting
en de dug-outs.
Dus ik kan
mooi vanuit de dug-out campers kijken.
Later die
middag maken we een wandeling door het leuke dorpje en langs de mooie
rotsachtige kust.
Dinsdag 5 maart.
Na de
verzorging van de camper rijden over een mooie binnendoor weg naar Santiago do
Cacém, van hier rijden we naar Alcácer do Sal waar vlakbij het stuwmeer Pego do
Altar lig.
Hier
blijven we weer een aantal dagen staan en onze Belgische buurman had ons al
eens eerder elders gezien, mijn oude bergschoen als trekhaakkogel bescherming
wordt weer herkent.
Het is wel
grappig dat je continu camperaars steeds weer ontmoet, zo ook de volgende dag
arriveert hier de Sudoku-man.
Deze
Engelsman hadden wij in zuid-oost Spanje ontmoet, hij zag daar dat ik een
Sudoku aan het maken was en hij had nog wel een leuke voor mij.
Via zijn
Nederlandse schoonmoeder uit Nunspeet kreeg hij deze toegestuurd die in de
Volkskrant staan, gelijk kreeg ik weer een nieuwe van hem om te maken.
Zaterdags
fietsen we naar Alcácer do Sal aan de rivier Riba de Odivelas om wat
boodschappen op te halen en het dorp verkennen, aan de ene zijde van de weg
zien we onderweg rijstvelden en aan de andere zijde kurkbomen.
De vele
ooievaars nesten vallen hier ook meteen op, we zien er zelfs één met een boven
etage.
Het dorp
is oud met mooie smalle en soms steile straatjes, veel huisjes zijn hier nog
niet gerestaureerd.
Woensdag 13 maart.
Na een
week houden we het voor gezien aan het stuwmeer en rijden naar de ommuurde stad Évora, aan de rand van de stad parkeren en
overnachten we bij het 16de-eeuwse aquaduct.
9
kilometer van dit oude aquaduct is bewaard gebleven en in de stad heeft men
zelfs woningen onder de poorten gebouwd.
We
wandelen langs de oude romeinse tempel en naar de kathedraal Sé met twee
ongelijke torens, de bouw hiervan heeft 50 jaar geduurd.
Het is een warme dag vandaag
en bij de fontein Praça do
Giraldo verwennen we onszelf met een lekker schepijsje.
Donderdag
14 maart.
Vandaag rijden we verder via de N18 en
N4 naar Elvas, 12 kilometer verwijderd van de Spaanse grens.
Deze N-wegen liggen grotendeels naast
een door de EU gesubsidieerde snelweg A6 waar tol wordt geheven, helaas wordt
hier bijna geen gebruik van gemaakt en dus lijkt deze snelweg totaal overbodig.
De naast gelegen N-wegen zijn prima te
berijden, totaal niet druk, niet vol met rotondes, weinig dorpen die worden
doorkruist, de vrachtwagens rijden ook allemaal op deze mooie brede wegen.
Bij Elvas aangekomen parkeren en
overnachten we wederom bij een 16de-eeuws aquaduct.
Dit mooie aquaduct haalt het water van
een 8 kilometer verder gelegen bron bij Amoreira, de bouw heeft 124 jaar
geduurd en was in 1622 klaar, het telt 843 bogen verdeeld over 5 niveaus en
bereikt hoogten van 30 meter.
Het voed nu nog steeds de fontein op
Largo da Miserićordia.
Elvas is ook weer een vestingstad en via
een mooie poort lopen wij de stad in die door Unesco tot werelderfgoed is
uitgeroepen, de vestingwerken behoren tot de best bewaarde van Europa.
Vrijdag
15 maart.
Via de A6 verlaten we vanmorgen Portugal
en zeggen tot ziens in het najaar, we rijden dan de route andersom en willen
dan ook meer van noord Portugal zien.
Bij Badaroz rijden we de EX100 op naar
Cáceres, waar we de snelweg A66 nemen richting Salamanca, vandaag is het de
vierde dag van onze trip met 285 kilometer dat we boven de 250 kilometer komen.
Van de 45 rijdagen lig het gemiddelde nu
op 110 per rij dag, dus lekker ontspannen.
35 kilometer voor Salamanca verlaten we
de snelweg en rijden naar het stuwmeer Embalse de Sta. Teresa, waar aan de
noordzijde een parkeerplaats is waar je mag overnachten, hier blijven we een
paar dagen staan.
De dagen hier vullen we zoals gewoonlijk
met wandelen en genieten van de zon en natuurlijk het mooie uitzicht op de
besneeuwde bergtoppen van Sierra de Ávila, verder valt hier niets te beleven.
Hier zien we ook weer dat het stuwmeer
vrij laag staat, net als de vorige stuwmeren die we bezocht hebben.
Een overwinteraar die al 30 jaar
overwinteren erop heeft zitten vertelt ons dat dit zijn 6de jaar is,
dat het zo uitzonderlijk mooi weer is.
Met andere woorden, wij treffen het
super in ons eerste overwintering’s jaar.
Dinsdag
19 maart.
We vervolgen onze weg via de snelweg
naar Salamanca waar we de voorraadkast aanvullen, hierna gaan we de rustige
binnendoor weg SA605 op naar
Fuentesaúco.
Op deze hoogvlakte van 800 meter hoog
lijkt het in onze ogen wel een beetje op Denemarken, mooi glooiend groen
landschap, een beetje on-Spaans.
We rijden naar Venialbo waar een
camperplaats is aan de rand van het rustige dorp, het is de bedoeling dat we
hier wat langer blijven staan.
Het oude wijn en pottenbakkers dorp is
in ruste, het enige wat hier van terug te vinden is, zijn de wijnkelders gelegen
tegen de heuvel in de grond en dat er wijn in de plaatselijke supermarkt te
koop is uit het dorp.
Van de weinige wijnranken hier zou men het laatste zo niet denken.
Van de weinige wijnranken hier zou men het laatste zo niet denken.
De ooievaars op de kerktoren klepperen
er dagelijks lekker op los en de kerstversiering hangt alweer mooi vroeg aan de
gevel.
Dinsdag
26 maart.
Via Toro rijden we de snelweg op naar
Valladolid, boodschappen in slaan en vandaar richting Soria.
Toro
Toro
Bij El Burgo de Osma gaan linksaf naar
Cañón del Rio Lobos, deze kloof gaan we de volgende dag bezoeken.
S’avonds lopen we nog wel even naar de Hermitage San
Bartolomé, een Romaanse kapel die begin 13e eeuw door de Tempeliers is
gebouwd.
De kloof lig op bijna 1000 meter hoogte, dus de nacht was
hier lekker fris met -2 en natuurlijk super rustig, we waren de enige die hier
hebben overnacht.
Direct achter de kapel ligt een vleermuizen grot, heb ze niet
gezien omdat het behoorlijk duister was daar binnen.
De 200 meter hoge wanden van de kloof zijn erg mooi, we komen
langs een inkeping hoog in de rotsen genaamd Colmenar de los
Frailes waar vroeger Monniken oude bijenkorven hadden staan.
Je vind hier ook veel vogels, waaronder ook veel gieren die
hier hun nesten hebben, wij zien zelfs een hele groep bij elkaar
hoog op de rotsen.
Woensdag 27 maart.
Na het bezoek aan de kloof rijden we terug naar El Burgo de Osma en parkeren
daar tegenover de kathedraal op een bus parkeerplaats voor overnachting.
We
vervolgen onze weg naar Soria, hier vullen we de LPG flessen en onze Dieseltank
bij een grote E.Leclerc en rijden daarna door richting Tarazona.
Ruim 20
kilometer voor Tarazona slaan we af naar Ágreda, hier blijven we een paar
nachten op de mooie camperplaats aan de rand van het dorp.
Het gras op de camperplaats wordt hier regelmatig gemaaid.
Het gras op de camperplaats wordt hier regelmatig gemaaid.
Het
treinstation achter de camperplaats is al een tijdje niet meer in gebruik en
tussen de rails is te zien dat de laatste trein al héél lang geleden is
gepasseerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten