donderdag 31 maart 2022

2022-03 Spanje - Frankrijk


Woensdag 2 maart.
 
Vandaag verlaten we camping Luz in het kustplaatsje La Antilla en gaan het binnenland van Spanje in richting het noorden.
Eerst rijden we naar Cartaya en vandaar via San Bartolomé de la Torre naar het mijnstadje Tharsis waar het mineraal Goethiet werd gewonnen.
Bij één van de mijngroeven vinden we een plek waar we blijven overnachten.
Rond een paar groeven hebben ze mooie wandelpaden aangelegd waar we dankbaar gebruik van maken om de groeven te bezichtigen. 









Donderdag 3 maart.
 
We vervolgen onze weg weer verder naar het noorden, bij Cabezas Rubias slaan we af naar het plaatsje Rosal de la Frontera aan de Portugese grens.
Het gebied langs de Portugese grens waar we doorheen rijden is glooiend en mooi groen, maar schijnbaar niet echt toeristisch omdat we op de rit van 98 kilometer slechts 3 campers zien.



Nog voor Rosal de la Frontera hebben we een koffiepauze bij een soort kamp met allemaal blikken huisje en een kerkje met gemeenschapsruimte, Recinto Romero Rosal de la Frontera.
Tijdens de koffie gaat het te regenen en dat blijft voorlopig ook nog even zo, in Spanje is het niet altijd alleen maar zonneschijn zoals sommigen denken na het zien van de foto’s op ons blog.




Nadien slaan we bij Rosal de la Frontera af de N-433 op naar Cortegana, net voorbij deze plaats slaan we af naar Almonaster La Real waar we op een Park4night plaats gaan overnachten.



We zitten hier in de Sierra de Aracena, een bergketen die tot één van de minst bekende uithoeken van Andalusië is, dus niet veel toeristen en toch een prachtig wandelgebied.
Almonaster La Real is een dorpje wat op de lijst van mooiste dorpen van Spanje (Pueblos más Bonitos de España) staat.
We blijven hier een paar dagen staan voor een bezoek aan het dorp en wandelen in de omgeving.











Vanaf de parkeerplaats hebben we een prachtig uitzicht op het dorpje met het kasteel en kerkje wat in de avond mooi verlicht wordt.






Zondag 6 maart.
 
We vinden het weer tijd om iets verder naar het noorden rijden, over de N-435 rijden we naar Fregenal de la Sierra en van hier naar Zafra waar we een stuk autoweg volgen tot iets ten zuiden van Merida.
Het eerste traject tot Fregenal rijden we nog door de Sierra de Aracena, nadien begint het landschap te veranderen en wordt steeds vlakker.
Bij Torremejía verlaten we de autoweg en rijden naar Alange, tevens komen de eerste bergen er ook weer aan.


Aan het stuwmeer Embalse de Alange gaan we naar de camperplaats in het dorp waar we een paar dagen blijven bivakkeren.
Op de camperplaats zijn flinke bouwactiviteiten waar te nemen, echter storen wij ons daar niet aan omdat ze in de nacht stil zijn.





Niet echt een mooi rondje om te fietsen, maar gewoon een stuk heen en terug fietsen we langs het Embalse de Alange met mooi uitzicht op Alange en z’n rots aan het meer.




Woensdag 9 maart.
 
Na de verzorging van vers en afvalwater rijden we via Villagonzalo naar Don Benito, om daar even boodschappen in te slaan in een grotere supermarkt.
Onderweg zien we dat de dieselprijzen door de oorlog in Oekraïne als een gek stijgen, we hebben de tank nog lang niet leeg maar besluiten toch om de tank even weer te vullen.
Voorlopig zal het wel niet veel goedkoper worden dan € 1,70.5 per liter, we zien bij andere pompen al prijzen van boven de € 1,80 op de borden terwijl in Nederland het al dik boven de twee euro zit.
In Don Benito aangekomen bij de supermarkt zien we een overvolle parkeerplaats, zelfs langs de weg staat alles vol geparkeerd, dus geen ruimte voor onze bescheiden camper.
De andere supermarkt zit midden in het oude centrum en heeft een parkeergarage onder de winkel, dus geen optie voor ons.
We besluiten om te wachten tot na de lunch op een plek aan de rand van de stad, en inderdaad is het dan rustiger als de Spanjaarden siësta hebben.
Als we weer voor een weekje aan boord hebben rijden we naar Medellín, een dorpje aan de rivier de Río Guadiana met een mooie camperplaats pal aan de rivier en een mooi uitzicht op de brug met het kasteel wat hoog boven het dorp uit torent.
De plaats is naast de mooie oude brug waar geen doorgaans verkeer over gaat, want dat wordt om het dorp geleid, dus een rustige plaats voor ons waar we het wel een paar dagen uithouden.



Oude watermolen.



Bedevaartsoort voor ooievaars, 




De komende dagen lekker wandelen in de omgeving en door het dorp, we brengen later in het weekend een bezoek aan het kasteel wat helaas bij onze aankomst gesloten is door de siësta.
Wel hebben we van hier een mooi uitzicht over de omgeving.









Zondag 13 maart.
 
Vanmorgen starten we voor een rit van wat meer kilometers dan gemiddeld, ons gemiddelde zat op net boven de 100 en vandaag tikken we de 360 kilometer aan.
Via Trujillo rijden we in noordoostelijke richting van Madrid naar hat plaatsje Lagartera waar we de autoweg verlaten voor een ritje door de bergen van de Sierra de Gredos.
Vanaf Lagartera rijden we recht op de Sierra de Gredos aan en zien we dat de berg mooi in de wolken zit, gelukkig op de doorgang bij Arenas de San Pedro die wij nemen blijft de zon schijnen.



Op de top even een rustmomentje en nadien weer door naar Ávila en vandaar naar wat men zegt de mooiste stad van Spanje Segovia.



In Segovia rijden we naar de oude stierenvechters arena waar een camperplaats naast is en men 72 uur mag blijven staan en overnachten.


Als we de volgende ochtend de stad willen bezoeken komt de regen echter met bakken uit de lucht vallen en dat blijft helaas de rest van de dag ook zo, dus zo’n dag om met je kop onder de dekens te blijven.
Na een dagje regen schijnt vanmorgen het zonnetje heel wazig en zitten we midden in het Saharazand, van de storm die hier vannacht over is getrokken, de hele stad is bedekt met een geel laagje zand.
Ondanks het wazige zicht lopen we toch in de ochtend langs het oude aquaduct de stad in en genieten van het oude centrum, het is een wandelingetje van ongeveer twee kilometer heen en terug vanaf de camperplaats.
Bij de oude kathedraal op het plein genieten we van een heerlijk bakje cappuccino, toch vinden wij de oude stad leuk maar niet echt van wow, misschien komt dat doordat we te veel oude steden zien op onze reizen.

















Als we weer terug zijn bij ons huisje ga ik eerst het dak op de zonnepanelen af te stoffen zodat we alles even weer lekker op kunnen laden, wat de vorige dag door de regen niet echt fijn ging.
Maar er blijft de hele dag een rare nevel boven de stad hangen van dat Saharastof.



Woensdag 16 maart.
 
Na de service verlaten we de stad Segovia en rijden verder naar het noordoosten over de N-110 en later de N-122 richting Soria, nog steeds in de Saharazandnevel.


San Esteban de Gormaz

San Esteban de Gormaz

Ongeveer 40 km. voor Soria slaan we af naar het kleine dorpje Rioseco de Soria, aan de rand van het dorpje is een mooie rustige camperplaats waar we ons kamp voor een paar dagen opslaan.


Hier is het leuk wandelen door de omgeving, het dorp stelt echter niets voor, één bar, drogisterij en twee kerkjes met daarom heen wat huizen, maar wel een prachtig nieuw aangelegde camperplaats.








Helaas gooit het weer een beetje roet in het eten, we hebben het de laatste maanden niet zo koud gehad als hier met overdag maar 5 graden, anders waren we hier zeker langer gebleven.

Vrijdag 18 maart.

 We vervolgen onze weg weer over de N-122 en gaan via Soria naar Tarazona waar we dwars door de oude binnenstad rijden, vanaf deze plaats gaat het richting Tudela over de N-121.
Bij Tudela gaan we de rivier de Ebro over naar Arguedas, dit stadje heeft een camperplaats bij oude grotwoningen waar we in begin april 2019 ook hebben overnacht.

De volgende dag maken we een leuke fietstocht door het natuurpark Bardenas Reales, een semi-woestijn van 41.148 hectare groot met mooie zandsteen bergen gevormd door de jaren heen door water en wind.
Het park is te groot voor ons om helemaal rond te fietsen, maar de bekendste zandrots Castildetierra slaan we natuurlijk niet over, helaas wordt voorspeld dat deze er over 50 jaar niet meer staat en er nog een hoopje zand te zien is.



Castildetierra








Ook lopen we later op de dag nog even achter de camperplaats langs de grotwoningen die s’avonds in leuk neonlicht staan.







Zondag 20 maart.
 
De weersvoorspellingen voor de komende dagen zijn slecht in deze regio van Spanje, aan de Franse zijde van de Pyreneeën zijn de voorspellingen beter, dus een reden voor ons om Spanje te verlaten en naar Frankrijk te gaan.
Via Pamplona rijden we over de A-21 naar Jaca ten zuiden van de Pyreneeën, de A-21 is nog deels niet klaar, dus langs het stuwmeer Embalse de Yesa kronkelen we een stukje langs het meer.
Daar komen we ook langs het verlaten en vervallen dorpje Escó wat leuk op een bergtop is gelegen.


Het vervallen dorpje Escó 

Het laatste stuk gaat weer over de nieuw aangelegde snelweg, in Jaca rijden we naar de camperplaats voor een overnachting en stadsbezoek.





Maandag 21 maart.
 
We worden wakker en de regen tikt weer lekker op ons dak, dus na het ontbijt snel de weg weer op.
Bij de supermarkt aan de rand van de stad slaan we een voorraadje boodschappen in en natuurlijk gooien we de dieseltank vol voor dat we de grens over gaan.
De gemiddelde prijs is in Frankrijk momenteel € 2.00 en wij betalen hier in Spanje € 1.75 voor een litertje, voor ons toch een besparing van ruim € 40.00 wat we weer kunnen besteden voor ander doelen.
Nadien rijden we door de Pyreneeën naar de Col du Somport aan de Franse grens, net voor de grens gaan we even een kijkje nemen in het plaatsje Canfranc-Estación.

Het wintersportdorpje staat ook bekend om zijn oud en verlaten treinstation die al vanaf 1970 leeg stond en nu wordt getransformeerd naar een hotel, het stationsgebouw is 240 meter lang en heeft 75 deuren en 300 ramen, de bouw heeft 10 jaar geduurd en werd geopend in 1928.
In november 2018 waren we hier ook al en toen nog voor de verbouwing, nu zijn ze er nog volop aan het verbouwen en is de buitenkant al zo goed als klaar.
De binnenzijde is nog niets aan gedaan, maar daar mocht ik niet in, net als de vorige keer toen ik stiekem door een stuk raam kroop en er een alarm afging, toen mocht het ook al niet.








Dit was in 2018.

Na Canfranc rijden we de tunnel door onder de Col du Somport en gaan Frankrijk binnen.




We rijden door naar het stadje Oloron-Sainte-Marie waar aan de rivier Le Gave d'Aspe een camperplaats is voor een overnachting.


Later op de middag maken we een wandeling door het stadje en zijn er snel uitgekeken, zelfs de camperplaats staat ons niet echt aan door het vele verkeerslawaai wat lekker weerkaatst op de huizen.


Dus de app geraadpleegd en een plekje gevonden net voor Rébénacq wat onze volgende stop zou worden, we waren bang zo laat op de dag dat in Rébénacq misschien geen plaats meer zou zijn.
Op de parkeerplaats bij Buzy is het lekker rustig en we genieten van een prachtig uitzicht op het dal van de Pyreneeën en de mooie berg Pic du Midi d'Ossau met z’n 2884 meter hoge top.




 Pic du Midi d'Ossau

Dinsdag 22 maart.
 
Na de koffie rijden we de laatste 3 kilometer naar Rébénacq en is er nog slechts één camper die er staat, wij instaleren ons hier voor een paar dagen op één van de vijf plaatsen.
We zijn hier nu voor de derde keer en het blijft voor ons een mooie rustige stek waar we graag terug komen.
Het is aan het eind van een doodlopend straatje van een klein leuk dorpje, dus geen verkeersoverlast en kleine buurtsuper op loopafstand met heerlijke stokbroodjes.





Vrijdag 25 maart.
 
In de ochtend verlaten we Rébénacq en rijden naar Pau, hier gaan we even bij een grote supermarkt boodschappen halen, een paar wasjes draaien en LPG tanken.
Na Pau rijden we verder via binnenwegen, dus niet de route nationale, naar het dorpje Labastide-d'Armagnac waar we ook al eerder zijn geweest en ons toen goed beviel.
Labastide-d'Armagnac is een prachtig oud dorpje met wel een heel mooie binnenplaats en direct tegen het dorp is een camperplaats waar we tot na het weekend willen blijven.












Zondags maken we een fietstocht door de omgeving en nemen een kijkje bij het kerkje Notre Dames des Cyclistes, helaas is deze in de winter gesloten en komen we voor een dichte kerkdeur.
De Notre Dames des Cyclistes is een kapel vlakbij Labastide-d'Armagnac waar men telkens voor de ronde van Frankrijk gaat bidden voor een goed verloop van de Tour.






Dinsdag 29 maart.
 
Vandaag rijden we via de kleinere D-wegen binnendoor via Villeneuve-sur-Lot naar Monflanquin, een dorp wat op de kaart (Les plus Beaux Villages de France) staat van de meest mooiste dorpjes in Frankrijk.
Het heeft tevens een leuke camperplaats aan de rand van het dorp met een prachtig uitzicht over de omgeving.




Net voor het begint te regenen maken we een wandeling door het dorp, helaas wordt het qua weer de komende dagen wat minder, maar dat onze pret niet drukken want we blijven genieten van Frankrijk.
Les plus Beaux Villages de France is een kaart van Michelin waar al deze dorpjes op staan gemarkeerd en geen grote steden, te koop bij de meeste toeristenbureaus die ook zelf op de kaart staan.
Tot voor kort wisten wij niet van de kaart, maar na een tip vandaag hier in Monflanquin gekocht.






Woensdag 30 maart.
 
Het volgende dorpje wat we bezoeken zien we vanaf de camperplaats al boven het landschap uitsteken, dus klein ritje voor de boeg vandaag.
Na 16 kilometer komen we aan in Biron wat mooi op een heuvel in het landschap lig.
De camperplaats lig bijna aan de voet van het prachtige kasteel wat we gaan bezoeken.
Na de middag lopen we naar het kasteel en kopen we tickets voor de entree, tevens krijgen we een soort mobieltje mee waar we overal in en om het kasteel codes kunnen scannen en worden dan te woord gestaan in onze eigen taal.
Het kasteel is in verschillende eeuwen opgetrokken en dat is te zien in diverse stijlen en gebruik van materialen, de inboedel is helaas destijds allemaal verdeeld en dus bijna niet aanwezig.


























De volgende dag blijven we hier staan, het is een mooie rustige plaats met prachtig uitzicht over het landschap.