Woensdag
2 maart.
Vandaag verlaten we camping Luz in het kustplaatsje La
Antilla en gaan het binnenland van Spanje in richting het noorden.
Eerst rijden we naar Cartaya en vandaar via San Bartolomé
de la Torre naar het mijnstadje Tharsis waar het mineraal Goethiet werd
gewonnen.
Bij één van de mijngroeven vinden we een plek waar we
blijven overnachten.
Rond een paar groeven hebben ze mooie wandelpaden aangelegd
waar we dankbaar gebruik van maken om de groeven te bezichtigen.
Donderdag 3 maart.
We vervolgen onze weg weer verder naar het noorden, bij Cabezas
Rubias slaan we af naar het plaatsje Rosal de la Frontera aan de Portugese
grens.
Het gebied langs de Portugese grens waar we doorheen rijden
is glooiend en mooi groen, maar schijnbaar niet echt toeristisch omdat we op de
rit van 98 kilometer slechts 3 campers zien.
Tijdens de koffie gaat het te regenen en dat blijft voorlopig ook nog even zo, in Spanje is het niet altijd alleen maar zonneschijn zoals sommigen denken na het zien van de foto’s op ons blog.
Almonaster La Real is een dorpje wat op de lijst van mooiste dorpen van Spanje (Pueblos más Bonitos de España) staat.
We blijven hier een paar dagen staan voor een bezoek aan het dorp en wandelen in de omgeving.
Zondag 6 maart.
We vinden het weer tijd om iets verder naar het noorden
rijden, over de N-435 rijden we naar Fregenal de la Sierra en van hier naar
Zafra waar we een stuk autoweg volgen tot iets ten zuiden van Merida.
Het eerste traject tot Fregenal rijden we nog door de Sierra
de Aracena, nadien begint het landschap te veranderen en wordt steeds vlakker.
Bij Torremejía verlaten we de autoweg en rijden naar Alange,
tevens komen de eerste bergen er ook weer aan.
Op de camperplaats zijn flinke bouwactiviteiten waar te nemen, echter storen wij ons daar niet aan omdat ze in de nacht stil zijn.
Woensdag 9 maart.
Na de verzorging van vers en afvalwater rijden we via Villagonzalo
naar Don Benito, om daar even boodschappen in te slaan in een grotere
supermarkt.
Onderweg zien we dat de dieselprijzen door de oorlog in Oekraïne
als een gek stijgen, we hebben de tank nog lang niet leeg maar besluiten toch
om de tank even weer te vullen.
Voorlopig zal het wel niet veel goedkoper worden dan €
1,70.5 per liter, we zien bij andere pompen al prijzen van boven de € 1,80 op de
borden terwijl in Nederland het al dik boven de twee euro zit.
In Don Benito aangekomen bij de supermarkt zien we een overvolle
parkeerplaats, zelfs langs de weg staat alles vol geparkeerd, dus geen ruimte
voor onze bescheiden camper.
De andere supermarkt zit midden in het oude centrum en
heeft een parkeergarage onder de winkel, dus geen optie voor ons.
We besluiten om te wachten tot na de lunch op een plek aan
de rand van de stad, en inderdaad is het dan rustiger als de Spanjaarden siësta
hebben.
Als we weer voor een weekje aan boord hebben rijden we naar
Medellín, een dorpje aan de rivier de Río Guadiana met een mooie camperplaats
pal aan de rivier en een mooi uitzicht op de brug met het kasteel wat hoog
boven het dorp uit torent.
De plaats is naast de mooie oude brug waar geen doorgaans
verkeer over gaat, want dat wordt om het dorp geleid, dus een rustige plaats
voor ons waar we het wel een paar dagen uithouden.
Oude watermolen. |
Bedevaartsoort voor ooievaars, |
Wel hebben we van hier een mooi uitzicht over de omgeving.
Zondag 13 maart.
Vanmorgen starten we voor een rit van wat meer kilometers
dan gemiddeld, ons gemiddelde zat op net boven de 100 en vandaag tikken we de
360 kilometer aan.
Via Trujillo rijden we in noordoostelijke richting van
Madrid naar hat plaatsje Lagartera waar we de autoweg verlaten voor een ritje
door de bergen van de Sierra de Gredos.
Vanaf Lagartera rijden we recht op de Sierra de Gredos aan
en zien we dat de berg mooi in de wolken zit, gelukkig op de doorgang bij Arenas
de San Pedro die wij nemen blijft de zon schijnen.
Na een dagje regen schijnt vanmorgen het zonnetje heel wazig en zitten we midden in het Saharazand, van de storm die hier vannacht over is getrokken, de hele stad is bedekt met een geel laagje zand.
Ondanks het wazige zicht lopen we toch in de ochtend langs het oude aquaduct de stad in en genieten van het oude centrum, het is een wandelingetje van ongeveer twee kilometer heen en terug vanaf de camperplaats.
Bij de oude kathedraal op het plein genieten we van een heerlijk bakje cappuccino, toch vinden wij de oude stad leuk maar niet echt van wow, misschien komt dat doordat we te veel oude steden zien op onze reizen.
Maar er blijft de hele dag een rare nevel boven de stad hangen van dat Saharastof.
Woensdag 16 maart.
Na de service verlaten we de stad Segovia en rijden verder
naar het noordoosten over de N-110 en later de N-122 richting Soria, nog steeds
in de Saharazandnevel.
San Esteban de Gormaz |
San Esteban de Gormaz |
We vervolgen onze weg weer over de N-122 en gaan via Soria
naar Tarazona waar we dwars door de oude binnenstad rijden, vanaf deze plaats gaat
het richting Tudela over de N-121.
Bij Tudela gaan we de rivier de Ebro over naar Arguedas,
dit stadje heeft een camperplaats bij oude grotwoningen waar we in begin april
2019 ook hebben overnacht.
De volgende dag maken we een leuke fietstocht door het
natuurpark Bardenas Reales, een semi-woestijn van 41.148 hectare groot met mooie
zandsteen bergen gevormd door de jaren heen door water en wind.
Het park is te groot voor ons om helemaal rond te fietsen,
maar de bekendste zandrots Castildetierra slaan we natuurlijk niet over, helaas
wordt voorspeld dat deze er over 50 jaar niet meer staat en er nog een hoopje
zand te zien is.
Castildetierra |
Zondag 20 maart.
De weersvoorspellingen voor de komende dagen zijn slecht in
deze regio van Spanje, aan de Franse zijde van de Pyreneeën zijn de voorspellingen
beter, dus een reden voor ons om Spanje te verlaten en naar Frankrijk te gaan.
Via Pamplona rijden we over de A-21 naar Jaca ten zuiden
van de Pyreneeën, de A-21 is nog deels niet klaar, dus langs het stuwmeer Embalse
de Yesa kronkelen we een stukje langs het meer.
Daar komen we ook langs het verlaten en vervallen dorpje
Escó wat leuk op een bergtop is gelegen.
Het vervallen dorpje Escó |
Het laatste stuk gaat weer over de nieuw aangelegde snelweg, in Jaca rijden we naar de camperplaats voor een overnachting en stadsbezoek.
Maandag 21 maart.
We worden wakker en de regen tikt weer lekker op ons dak,
dus na het ontbijt snel de weg weer op.
Bij de supermarkt aan de rand van de stad slaan we een
voorraadje boodschappen in en natuurlijk gooien we de dieseltank vol voor dat
we de grens over gaan.
De gemiddelde prijs is in Frankrijk momenteel € 2.00 en wij
betalen hier in Spanje € 1.75 voor een litertje, voor ons toch een besparing
van ruim € 40.00 wat we weer kunnen besteden voor ander doelen.
Nadien rijden we door de Pyreneeën naar de Col du Somport aan de Franse grens, net voor de grens gaan we
even een kijkje nemen in het plaatsje Canfranc-Estación.
Het wintersportdorpje staat ook bekend om zijn oud en verlaten treinstation die al vanaf 1970 leeg stond en nu wordt getransformeerd naar een hotel, het stationsgebouw is 240 meter lang en heeft 75 deuren en 300 ramen, de bouw heeft 10 jaar geduurd en werd geopend in 1928.
In november 2018 waren we hier ook al en toen nog voor de verbouwing, nu zijn ze er nog volop aan het verbouwen en is de buitenkant al zo goed als klaar.
De binnenzijde is nog niets aan gedaan, maar daar mocht ik niet in, net als de vorige keer toen ik stiekem door een stuk raam kroop en er een alarm afging, toen mocht het ook al niet.
Op de parkeerplaats bij Buzy is het lekker rustig en we genieten van een prachtig uitzicht op het dal van de Pyreneeën en de mooie berg Pic du Midi d'Ossau met z’n 2884 meter hoge top.
Pic du Midi d'Ossau |
Dinsdag 22
maart.
Na de koffie rijden we de laatste 3 kilometer
naar Rébénacq en is er nog slechts één camper die er staat, wij instaleren ons
hier voor een paar dagen op één van de vijf plaatsen.
We zijn hier nu voor de derde keer en het blijft
voor ons een mooie rustige stek waar we graag terug komen.
Het is aan het eind van een doodlopend straatje
van een klein leuk dorpje, dus geen verkeersoverlast en kleine buurtsuper op
loopafstand met heerlijke stokbroodjes.
Vrijdag 25
maart.
In de ochtend verlaten we Rébénacq en rijden naar
Pau, hier gaan we even bij een grote supermarkt boodschappen halen, een paar
wasjes draaien en LPG tanken.
Na Pau rijden we verder via binnenwegen, dus niet
de route nationale, naar het dorpje Labastide-d'Armagnac waar we ook al eerder
zijn geweest en ons toen goed beviel.
Labastide-d'Armagnac is een prachtig oud dorpje
met wel een heel mooie binnenplaats en direct tegen het dorp is een
camperplaats waar we tot na het weekend willen blijven.
De Notre Dames des Cyclistes is een kapel vlakbij Labastide-d'Armagnac waar men telkens voor de ronde van Frankrijk gaat bidden voor een goed verloop van de Tour.
Dinsdag 29
maart.
Vandaag rijden we via de kleinere D-wegen
binnendoor via Villeneuve-sur-Lot naar Monflanquin, een dorp wat op de kaart
(Les plus Beaux Villages de France) staat van de meest mooiste dorpjes in
Frankrijk.
Het heeft tevens een leuke camperplaats aan de
rand van het dorp met een prachtig uitzicht over de omgeving.
Net voor het begint te regenen maken we een wandeling door het dorp, helaas wordt het qua weer de komende dagen wat minder, maar dat onze pret niet drukken want we blijven genieten van Frankrijk.
Les plus Beaux Villages de France is een kaart van Michelin waar al deze dorpjes op staan gemarkeerd en geen grote steden, te koop bij de meeste toeristenbureaus die ook zelf op de kaart staan.
Tot voor kort wisten wij niet van de kaart, maar na een tip vandaag hier in Monflanquin gekocht.
Woensdag 30
maart.
Het volgende dorpje wat we bezoeken zien we vanaf
de camperplaats al boven het landschap uitsteken, dus klein ritje voor de boeg
vandaag.
Na 16 kilometer komen we aan in Biron wat mooi op
een heuvel in het landschap lig.
De camperplaats lig bijna aan de voet van het
prachtige kasteel wat we gaan bezoeken.
Na de middag lopen we naar het kasteel en kopen
we tickets voor de entree, tevens krijgen we een soort mobieltje mee waar we
overal in en om het kasteel codes kunnen scannen en worden dan te woord gestaan
in onze eigen taal.
Het kasteel is in verschillende eeuwen
opgetrokken en dat is te zien in diverse stijlen en gebruik van materialen, de
inboedel is helaas destijds allemaal verdeeld en dus bijna niet aanwezig.
De volgende dag blijven we hier staan, het is een mooie rustige plaats met prachtig uitzicht over het landschap.
Is weer een heel mooie tour. Vele mooie foto,s er zitten enkele pareltjes bij. Zo te zien zijn jullie weer bijna thuis. Nog een veilige en mooie reis en tot het volgende verhaal. Groetjes
BeantwoordenVerwijderenWe zitten mooi op weg naar huis, maar willen ook nog graag een maandje van Frankrijk genieten.
BeantwoordenVerwijderen